- omwentelen
- {{omwentelen}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [om zijn as draaien] rotate ⇒ revolve, orbit 〈satelliet, hemellichaam〉, 〈snel〉 spin, gyrateII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [rondwentelen] rotate ⇒ roll (oneself)2 [omkeren] turn (round)♦voorbeelden:1 een rad omwentelen • rotate a wheelhet varken wentelde zich om in de modder • the pig was wallowing in the mud
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.